Op deze pagina's:

Zwanen en Ganzen

De Zwarte Zwaan

Komt oorspronkelijk ui Australië. Hij bouwt een nest op een afgelegen deel van de oever, dit maken ze van waterplanten, lang gras en takjes. Het mannetje en vrouwtje helpen elkaar om het met een grote zorgvuldigheid te bouwen. De zwaan legt 7 of 8 witte eieren, die soms groter zijn dan van een gans en die een harde, soms knobbelige schaal hebben. De broedtijd is 2 maanden. Het vrouwtje is pas na twee jaar vruchtbaar. Pas wanneer ze 12 maanden oud zijn, verandert de kleur van de jonge zwanen.

 

 

 De Indische of Streephalsgans

Dit soort broedt van nature in het Himalaya-gebergte, maar vertoeft een groot deel van het jaar in het noorden van India. In Azië broedt zij alleen in de koude, boven de 5000 metergrens. Daarom zal bij ons de neiging tot broeden meestal in hartje winter vallen. De broedduur varieert van 28 tot 30 dagen. Het aantal witte eieren bedraagt 4 tot 8.

 

 

 De Brandgans

De brandgans heeft een contrastrijk verenkleed met een lichtgrijze onderzijde en een donkergrijze rug. De veren op de rug zijn blauwgrijs van kleur en hebben een zwart uiteinde met een smalle witte rand en een witte kop. De brandgans broedt op rotskusten in o.a. Groenland, Nova Zembla en Spitsbergen. Om het nest te beschermen tegen roofdieren bouwt de vogel het nest op een veilige plaats die vaak alleen vliegend te bereiken is. De 3 tot 6 grijswitte eieren worden in 24 dagen uitgebroed.